Wat maakt het zo leuk om thuismentor te zijn?

Interview Liesbeth en Britt

Liesbeth is één van onze enthousiaste thuismentoren. Maar wat maakt het nou zo leuk om thuismentor te zijn? En wat maakt dat iemand hiervoor kiest? Britt wilde graag weten hoe Liesbeth hierover dacht en besloot om haar te interviewen.

Britt: Welkom Liesbeth, superleuk dat je mee wil werken aan dit interview! Zou je willen beginnen met jezelf voor te stellen en iets vertellen over wie jij bent? 

Liesbeth: Dank je. Ja natuurlijk! Mijn naam is Liesbeth Bruggeling. Ik werk bij de gemeente Westland als project management officer. Ook ben ik moeder van 2 kinderen. Een zoon van 12, die toevallig dit jaar gestart is op de middelbare school. En een dochter van 10, zij zit in groep 7 en gaat dus volgend jaar naar groep 8In mijn vrije tijd vind ik het leuk om te sporten, vooral tennissen. Daarnaast ga ik vooral graag met mijn gezin eropuit. 

Britt:  Dus je had  gezin, je werk en je sport. En toch was er iets dat ervoor zorgde dat je vrijwilligerswerk wilde gaan doen bij School’s cool. Hoe kwam dat?

Liesbeth:  Ja, dat kwam op het moment dat mijn kinderen wat ouder werden en ik dus niet meer iedere dag op het schoolplein hoefde te staan. Ik merkte dat ik tijd over had en wilde me nuttig maken. Je hoort vaak over vrijwilligerswerk in de zorg of met ouderen. Ook heel mooi werk, maar toch past dat niet helemaal bij mij. Ik vond het altijd wel leuk om op school te helpen bij activiteiten. Zo ben ik op school klassenmoeder geweest, leesmoeder, hulpmoeder… eigenlijk van alles om op school te ondersteunen. Dit heb ik altijd als erg leuk ervaren.

Daarbij heb ik in mijn eigen omgeving gezien hoe ontzettend belangrijk het is dat jongeren die een extra duwtje in de rug nodig hebben, deze ook krijgen. 

Britt: Zeker waar! En bood je die hulp aan op de basisschool van je kinderen?

Liesbeth: Ja, klopt. De juf vroeg regelmatig of ik wilde komen helpen. Dan kreeg ik vaak een groepje kinderen toegewezen die wat extra aandacht konden gebruiken. Ik vond het leuk om te doen en het ging me goed af. Dat merkte ik aan de reacties van andere leerkrachten die mijn hulp ook gingen vragen. 

Eigenlijk was het puur toeval dat ik, op het moment dat ik aan het nadenken was over vrijwilligerswerk, een berichtje tegenkwam van School’s cool Westland op het intranet (de interne website) van de gemeente.

Britt: En hoe is het om daadwerkelijk mentor te zijn? Voldoet het aan je verwachting?

Liesbeth: Ja! Ik vind het heel waardevol om een bijdrage te kunnen leveren en het is heel dankbaar om te doen. Ik haal er veel voldoening uit, dat motiveert natuurlijk ook.  

Ik kreeg bijvoorbeeld een jongen uit de buurt van het Westland toegewezen, die dat duwtje in de rug wel kon gebruiken. Een hele gezellige, vrolijke jongen. Het ontbrak hem alleen aan wat zelfvertrouwen, dus daar hebben we aan gewerkt. En het plannen van schoolwerk was een puntje dat we hebben opgepakt. 

Britt: En hoe heb je dat aangepakt? Praktisch gezien? 

Liesbeth: Ik ga elke week een uurtje langs bij deze jongen langs en dan help ik met het plannen van het huiswerk. Daar beginnen we mee. Vervolgens kijken we wat er nog meer speelt in zijn leven. Zijn hobbies, vrienden, etc. Zodat we samen kijken waar hij nog meer hulp bij kan gebruiken. Ik sluit aan bij wat hij op dat moment nodig heeft.  

Britt: Dus dat is elke week anders?

Liesbeth: Ja, dat klopt. We bespreken dan samen waar de vraag ligt en hoe we dat kunnen aanpakken.

Britt:  En komt hij dan elke keer met nieuwe ideeën? 

Liesbeth: Ja, maar het maken van een planning met het huiswerk pakken we elke week wel op. Want dat is wel heel belangrijk, dat zie ik ook bij mijn eigen zoon. Dat helpt wel, dat mijn zoon ook in de eerste zit, zodat ik goed weet wat er dan speelt.

Britt: Ja, dat snap ik wel. Zou je zelf nog iets meer kunnen toelichten hoe je het werk ervaart?

Liesbeth: Het mooie van dit werk is: je helpt altijd! Al is het alleen maar het plannen in de agenda van al het huiswerk dat op de leerlingen afkomt. Ik denk vaak: ‘Ik heb niet zo heel veel kunnen doen, we hebben alleen maar gepland.’ Maar voor de leerling is dat heel essentieel: overzicht creëren. Met alleen al zo’n overzicht kan de leerling de hele week door. Dus dat is echt wel heel belangrijk. Dus ik vind het echt heel nuttig. 

Soms is het voor een leerling fijn om even zijn hart te luchten, om even te praten over dingen die even moeilijk gaan. Ik had een leerling die graag muziek maakte en die stond dan al te popelen om een stukje te laten horen. Dus alleen al door de tijd te nemen om te  luisteren naar het liedje dat hij had gestudeerd, doet al heel veel met  een leerling. De persoonlijke aandacht blijft toch het meest waardevol.

Ik vind het vooral heel nuttig en dankbaar werk, het thuismentorschap. Ik merk dat de leerling en de ouders er ook zo tegenaan kijken.

Tijdens de afsluiting, met de afronding van het jaar, hebben de leerling en ik naar elkaar uitgesproken dat we het allebei echt als heel prettig hebben ervaren. De ouders stuurden me achteraf nog een kaartje om te bedanken hoe waardevol de begeleiding was geweest voor hun zoon.

Britt: Heb je, vanuit jouw ervaringen, tips voor andere mentoren die nu bezig zijn of misschien mentor willen worden?

Liesbeth: Wat ik wat ik zou aanraden is om je te verdiepen in datgene waar de leerling tegenaan loopt. Bijvoorbeeld het stukje plannen van het huiswerk, dat speelt bij de meeste leerlingen. Als je daar meer over leest, kun je de leerling beter begeleiden.

Hetzelfde geldt bij concentratieproblemen, ook dat komt veel voor bij leerlingen. Er zijn verschillende technieken om dan mee te werken. Zelf heb ik me verdiept in de Pomodoro-techniek (een bewezen manier van leren om geconcentreerd te blijven, waarbij de leerling 20 minuten leert en dan een korte pauze neemt). 

Dit maakt het voor de leerling heel duidelijk en doelgericht. 

Wat ook helpend is, om samen met de leerling YouTube-filmpjes te kijken met betrekking tot hetgene waar de leerling tegenaan loopt.

Daarnaast krijg je ook veel tips vanuit School’s cool.

Ook raad ik echt aan om het contact rustig op te bouwen en niks te forceren. Bijvoorbeeld door eerst met de leerling te gaan wandelen, tafeltennissen of een andere activiteit, zodat je een band krijgt met elkaar. Soms is een kletspraatje genoeg. 

Britt: Tot slot: zijn er nog andere taken die een thuismentor doet, naast het begeleiden van de leerling in de overgang van groep 8 naar het voortgezet onderwijs?

Liesbeth: Ja zeker! Soms heb je juist meer te maken met de ouders. Ouders die het moeilijk vinden om contact te houden met school. Dan kun je als thuismentor de communicatie met school oppakken voor de ouders of met de ouders meegaan naar een ouderavond. Dit is regelmatig het geval bij ouders die de Nederlandse taal niet (goed) beheersen.  

Britt: Je ondersteunt dan dus niet alleen de leerling, maar ook de ouders, in het belang van het functioneren van de leerling?

Liesbeth: Ja dat klopt, dat maakt het ook zo leuk en interessant om dit werk te doen. Het is breder dan alleen maar dat uurtje met de leerling praten of plannen of huiswerk maken. Mijn ervaring is ook: huiswerk maken deden we niet echt samen, het gaat vooral om alle zaken eromheen. 

Britt: Wat fijn dat je je verhaal wilde delen!

Gerelateerde berichten